Design is research into things to understand and think through making from an understanding of reality as something in process, enacted through and by ‘the materials of the situation’, to intervene and redirect the flow of things and create/make a new possibility. (Joost Adriaanse)

We bekijken het specifieke (particular) door de locaties en handelingen op een stroom in al hun aspecten te bestuderen. Door te kijken naar het specifieke. Daar ontstaat een cultuurlijk aspect. Daar begint participatie. Betrokkenheid van de ‘dingen’. kijken wat er vanuit het specifieke meer systemisch kan gebeuren. Materiaal, mensen, plekken en objecten kunnen we vanuit het universele benaderen maar ook vanuit het ultieme specifieke. We gaan telkens uit van een situatie. (synthese) die we proberen te begrijpen door de onderdelen te bestuderen en in kaart te brengen.

We denken in processen. In fases. Form follows process. Een werkelijkheid die steeds verandert. We proberen de ‘zwarte pijlen’ uit de stroomschema’s specifiek te maken.

We passen bisociation toe. We mengen twee ‘werelden’ met elkaar. Leggen of meer lagen (frames) over elkaar. We bepalen hoe die lagen elkaar raken: Het pallet van confrontatie loopt van collage, mixen, mengen, monteren, morfen en dergelijke waardoor we andere mogelijkheden voor waardecreatie binnen het circulaire denken en ontwerpen ontdekken.

We denken in netwerken die soms meer lijken op ‘meshworks’ waarbij niet elke ‘node’ ook daadwerkelijk een connectie geeft.

5. We werken vanuit verschillende mate van betrokkenheid die de intensiteit van inmenging en verandering bepalen: De lijn die we volgen gaat van observe, imagine, engage, intervene tot change.

6. De vijf alumni van de Design Academy Eindhoven bewegen in dit speelveld. Een aantal terugkerende elementen en fenomenen maakt dat het werk onderling in verband kan worden gebracht.

7. De schaal waarop de ontwerpers werken strekt zich uit van materiaal, dingen, locaties tot aan het systeem.

180622_RS_opzet01

Werkwijze in tijd uitgezet.
Elke ontwerper werkt 2 maanden aan een specifieke reststroom.
De globale opbouw ziet er als volgt uit:

week 1 – 3: Mapping of Material in the Situation
a. In kaart brengen van een reststroom. (eerste frame)
b. In kaart brengen van een ander fenomeen.

Material Mapping – door een materiaal te volgen dat ‘vrij’ komt bij beheer en onderhoud van de buitenruimte van de stad. Hieruit ontstaat een beeld van de netwerken, de verbanden en de missing links. De locaties worden in kaart gebracht. De mensen die er aan deelnemen. De werktuigen en werkwijze die ze hanteren. De activiteiten die eruit ontstaan. De fenomenen die erbij een rol spelen. Welke transformaties maakt het materiaal door? Wat is veranderende waarde? Kortom alles wat betrekking heeft op de materiële reststroom en dat de ‘black box’ kan openen wordt geobserveerd en geanalyseerd. Daarnaast wordt er gezocht naar een ander fenomeen zodat er een tweede kader ontstaat waarmee de materialenkaart gekruist kan worden. Bijvoorbeeld door de routes van de verschillende Rotterdamse evenementen te volgen of de nog onbenutte arbeid in kaart te brengen.

Week 4 – 7: RE-framing the Material in the Situation
Welke mogelijkheden ontstaan er door te RE-framen? Kunnen we het restmateriaal omzetten naar een nieuwe bron door de twee bestudeerde frames met elkaar te confronteren? In deze fase wordt er hands on op locatie gewerkt: Thinking through making. De gekozen werkwijze hangt af van de methode die de ontwerper kiest op basis van zijn eigen werk en zijn bevindingen vanuit de het in kaart en beeld brengen van de materialen in de verschillende situaties. Dat kan op vele manieren. Door het ontwikkelen van een nieuw materiaal, een product, een service, een andere toepassing of werkwijze te ontwikkelen. De rol die andere ‘dingen’, de mate van engageren en de schaal waarop het betrekking heeft spelen hierbij een belangrijke rol. Methodes die hierbij ingezet kunnen worden zijn prototyping, cultural probing, systeem analyse, speculatief design, making tools, storytelling, manufacturing, modeling in dialogue.

Week 8 – 9: Possible Worlds
Overdrachtsmoment tussen de opeenvolgende ontwerpers: een publiek moment op een relevante locatie waarbij de mogelijke nieuwe werelden die uit het het ontwerpend onderzoek volstelbaar zijn geschetst worden door ‘Material Based Storytelling’.

Daarnaast wekelijks:
Blog – De voortgang is wekelijks te volgen via een blogpost die foto’s, film, tekst en / of kaarten kan bevatten. Door deze telkens van de juiste tabels te voorzien bouwen we aan een “living archive’ waarin we kunnen zoeken naar onverwachte verbanden.

Lexicon – Elke week bouwen we door aan het RE-source / RE-think lexicon. De lemma’s worden in maximaal 100 woorden omschreven en ondersteund door een beeld. Naast de teamleden worden ook andere deelnemers gevraagd de vaktermen die ze gebruiken kort te beschrijven. Via het lexicon bouwen we aan een gemeenschappelijke vocabulaire.