Op de grond en baggerdepots ontstaan biotopen voor verschillende organismen. Een variatie van flora en fauna vertellen als indicator veel over de depots. Zo verteld de aanwezigheid van oeverzwaluwen op het gronddepot dat er zanderige grond ligt met een stijle helling. Hier nestelen de zwaluwen door gangen te graven in de verticale wand. Ook vertellen de plantensoorten op het veel over de textuur, vervuiling en nutriënten in de grond, zo is het perzikkruid een indicator voor verstoorde doch voedselrijke aarde (zie afbeelding perzikkruid).

Perzikkruid: Perzikkruid op een recent gekeerde ondergrond op het baggerdepot aan de Xerxesweg. Een indicator voor een verstoorde doch voedselrijke bodem.

De depots zijn plekken waar geroerde aarde wordt neergelegd. Op het gronddepot zijn de bergen grond structuurloos door de bewerking van uitgraven en uitkiepen. Deze structuurloze dode aarde zit echter bomvol met leven. Als de berg langer ligt gaan de organismen zich organiseren, schimmeldraden worden het zenuwstelsel die nutriënten verdelen, bodembeestjes nemen ieder hun rol in de bodembalans en zetten organisch materiaal om in nutriënten, ook zorgen wortelstructuren van al het zaad in de grond voor stevigheid en doorluchting.

Zo ook op het baggerdepot, waar een vloeibare massa van organisch materiaal, water en grond wordt uitgegoten in het bassin van het depot. Hier zal het rijpen tot een rijke aarde vol bodemactiviteit. Van een dode massa tot een vruchtbare bodem vol met leven. De eerste planten die verschijnen op het baggerdepot zijn indicator voor een leefbare bodem, naarmate de bagger langer rijpt verbetert de structuur en de vruchtbaarheid.

Het dode plantmateriaal in de bagger wordt de voedingsbodem voor nieuw plantenleven. Een grote variatie van soorten komt op. Hier en daar valt er een uit de toon, een tomatenplant op het baggerdepot bijvoorbeeld, laat zien dat er ooit zaad in de sloot of vijver terecht is gekomen (zie afbeelding tomaat).

Tomaat: Een tomatenplant op het baggerdepot aan de Xerxesweg.

De nieuwe planten hebben vocht en nutriënten opgenomen uit de bodem en CO2 uit de lucht. Sommige planten nemen ook vervuiling op, zoals zware metalen. Veel van de planten op het depot zijn eenjarig en groeien snel. Taaie stelen met lange vezels reiken naar boven om tot bloei te komen voordat ander groen hen overschaduwd.

Ook deze planten zullen onderdeel worden van de bodem als de groeicyclus is voltooid.

De opgenomen CO2 wordt opgeslagen in de aarde en de nutriënten worden beschikbaar gesteld aan de volgende laag flora. Deze cyclus is onderdeel van een grotere kringloop van organisch materiaal, waar bladeren en waterplanten in de sloot opstapelen tot slib, slib na baggeren transformeert naar rijke aarde, rijke aarde voeding is voor planten en bomen wiens bladeren weer in de sloot terecht komen. Zo komt in deze cyclus het dode materiaal tot leven en vervalt het vervolgens weer als voeding in diezelfde kringloop.

De vezels van de pionierplanten hebben vocht en nutriënten opgenomen uit het slib, en structuur toegevoegd aan de dode aarde. De plantenvezels kunnen echter ook als materiaal worden gezien, zo kan de dode vezel worden gebruikt voordat deze weer wordt opgenomen in de bodem (zie afbeelding droge vezels). De verschillende vezels van de pionierplanten en hun eigenschappen die zouden kunnen bijdragen aan het proces van de rijping van het slib kunnen een interessante toegevoegde waarde zijn.

Tijdens een bezoek aan Loes Schepens (Paper Art & Design) in haar studio in Den Haag werd mij duidelijk hoeveel er mogelijk is met natuurlijke vezels. Van grassoorten tot asperges tot boomschors, zolang je de bewerking goed doet en de vezel lang genoeg is, kun je er een stevige laag van maken.

De truc zit hem vaak in het logen van de vezel. Dit houdt in dat je met een basisch materiaal, zoals soda of zelfs hout-as als medium, de vezels tot een nieuwe vorm kan koken. Hierna wordt de gekookte vezel door een molen gekneusd (deze machine heet ‘de Hollander’), vaak voor langer dan een half uur. De pulp droogt dan op als een massa, ipv een hoop losse vezels. Hoewel dit op industriële schaal ook op deze manier gebeurd, is het voor een kleine hoeveelheid toch een behoorlijk bewerkelijk proces.

Door een laag natuurlijke vezels te persen kan ook een materiaal worden verkregen met papierachtige eigenschappen doch met een grovere en taaiere structuur. Een voordeel van de persmethode is dat er meer materiaal in een keer kan worden verwerkt en dat het niet perse eerst heel lang door de hollander hoeft.

In gesprek met Harry Kreft (Projectleider Uitvoering Werken bij de Technische Dienst Natte Infrastructuur) wordt een onderzoek door Ludo Strating vanuit de hogeschool Rotterdam genoemd. Hij heeft de mogelijkheid onderzocht om met een speciaal soort wormen de bagger te zuiveren. Deze wormen eten een bepaalde vervuiling op en hebben slechts karton of vergelijkbare vezels nodig om te overleven in de baggere omstandigheden. De bottleneck was dat de wormen ongeveer 1 vrachtwagen karton nodig hadden om 10 vrachtwagens slib te zuiveren en dat het moeilijk was om ze er weer uit te halen bij het verplaatsen van de baggergrond.

Ik zie een mogelijke meerwaarde van karton of een andere vezel om zowel voor een betere doorluchting, een snellere verdamping en wellicht als wormenbiotoop te dienen.

3 september 2018