Na vorige week heb ik me verder verdiept in wat voor verschillende soorten gras je nou eigenlijk hebt. Hoe bepalen het beheer en de context voor een bepaald grasbeeld. Henri Groeneveld van de gemeente legde mij uit dat je rijke en arme gronden hebt. Een rijke grond is die van een gazon, park of plantsoen. Arme grond vind je bijvoorbeeld in een berm. Deze zorgt voor een hogere biodiversiteit en een meer gele kleur van het gras. Ik merk dat ik persoonlijk, puur smaak gerelateerd, me erg aangetrokken voel door het gras wat niet zo vaak gemaaid wordt. Nu ik daar beter naar ga kijken, valt het me opeens op hoe ongelofelijk veel soorten er in dit ‘gras’ groeien!

Via de gemeentesite blijkt dat ook gemeente Rotterdam bezig is met een minder-maai-beleid om zo de biodiversiteit te vergroten. Volgens hen levert dit een kleurrijk en divers beeld op en vinden de bijen en vlinders dat ook fijn! Wel komt hier meer maaisel van af dan van een gazon, dus blijft de vraag wat we met dat maaisel allemaal kunnen doen?

Ik ben eerst eens gaan fotograferen wat ik op een klein stukje (1m2) redelijk saai gewoon groen ogend bermgras al allemaal aan soorten aantref om te laten zien wat een prachtige vormen die al hebben! Hieronder een compositie van een aantal van die foto’s.

Via Bureau Stadsnatuur leerde ik nog meer over soorten. Dat er typisch Rotterdamse planten zijn in het industriële biotoop van het havengebied die bijvoorbeeld een relatie hebben met de duinplanten die op de Maasvlakte voorkomend. Veel planten hebben aansprekende namen. Ik wil erachter komen hoe al deze planten eruit zien, ook al verwacht ik dat ze in mijn fantasie veel spannender zijn dan in werkelijkheid. Zo heb je bijvoorbeeld; Grote Engelwortel, Tongvaren, Slangenkruid, Glad Biggenkruid, Zeeraket, Zeewolfsmelk, Langbaardgrassen, Gevlamde Gijnstraal, Brede Wespenorchis en Gevlekte Rupsklaver. Misschien moet ik wel illustreren hoe ik verwacht dat ze eruit zien? Maar ondertussen ga ik me eerst verdiepen in wat er nou met dat maaisel gebeurt.

28 september 2018