Grondbank – De meeste grond kan direct na het uitgraven bij het ene project naar een ander project worden gereden. Als dit niet kan, gaat de grond naar het depot. Hier wordt het materiaal tijdelijk opgeslagen zodat er een buffer wordt opgebouwd voor toekomstige projecten. Hier liggen verschillende soorten grond van verschillende plekken uit de stad. Niet alleen verschillen deze hopen aarde van milieukwaliteit, (afhankelijk van de mate van vervuiling op de locaties) maar ook van grondsoort en voedingswaarde. Zo kan uit de ene wijk meer klei-aarde komen en uit de andere wijk meer zanderige grond. Door verschillende soorten grond-texturen (zie texturendriehoek) met elkaar te mengen kunnen er verschillende soorten grond voor de benodigde toepassingen worden gemaakt. Zo is de grondbank niet alleen opslag, maar ook opwaardering. Als een ‘grondfabriek’ (term van Ester van de Wiel).
Voor het zand onder de nieuwe bestratingen wordt er op zee zand gebaggerd, het zoutgehalte en de ‘puurheid’ hiervan voorkomt onkruid(?) tussen de bestrating en eventueel bodemvreemd materiaal afkomstig van andere grondlagen. Voordat de aarde gebruikt kan worden moet het gezeefd worden in een grote zeefmachine. De zeefresten zijn vooral stenen en ander bodemvreemd materiaal. De stenen gaan naar de breker die hier onder andere granulaat van maakt. Als er niet voldoende grond met een bepaalde eigenschap (b.v. hoge concentratie organisch materiaal) aanwezig is op de grondbank, wordt er van buitenaf ingekocht. Henri Groeneveld zegt hierover: “Dit is bijvoorbeeld veen uit andere delen van Nederland”

Een hoop aarde op de grondbank, met aangegeven kwaliteit en herkomst.

De textuurdriehoek is een manier om de korrelgrootte-samenstelling van de grondsoorten te kunnen onderscheiden.
13 augustus 2018