Wederom merken we dat meelopen en meewerken werkt. We draaien een uur of 3 mee met drie mannen van een hoveniersbedrijf dat voor de gemeente rotterdam Charlois onder zijn hoede heeft. Door mee te werken verzamelen we inzicht in werkmethodes en -houdingen, in werksituaties en gehanteerde gereedschappen. In de gesprekken tussendoor komen relevante onderwerpen zoals zelfbeheer, restplanten en interactie met bewoners aan de orde.

Plantmateriaal dat door de stadskwekerij ingekocht wordt en daar op wijk (maar niet op exacte locatie) gesorteerd wordt gaat per vrachtwagen als een groot transport naar het terrein van de hovenier in Barendrecht. Op deelkaarten wordt aangegeven op welke plaatsen er ingeboet gaat worden, welke plant en de aantallen per plek. De hovenier sorteert de planten uit per exacte plek. De plekken die op een werkdag ingeplant worden worden in houten kuubkraten achter op een aanhanger verzameld. Een benzine grondboor en scheppen gaan mee als basis gereedschap. Na deze eerste uitleg over hoe er gewerkt wordt rijden we mee naar de volgende plek vlak bij een school. Met de kaarten wordt gekeken welk plantmateriaal erin moet, waar en hoeveel. Op het label dat aan de plant zit staat de beoogde plantafstand.

Verrommeld Werkveld
In de borders waar geplant moet worden treffen we veel zwerfafval aan. Blikjes, flesjes, plank van een BN bank, betonnen stoeptegels, resten fiets, snoepverpakkingen, hondenpoep, onkruid, afgevallen takken etc. Het voelt raar om in deze vervuilde plek kwetsbare jonge planten te zetten. Ook voelt het niet lekker om er met je handen in de grond te gaan. Manon en ik opperen of het niet beter is eerst een schoonmaak- en schoffelploeg voorruit te sturen zodat de planters in een schoon werkveld kunnen werken en daarna dan ook een schoon en af beeld kunnen achter laten.

Elementenverharding als Meetlat.
De hovenier legt uit hoe hij de plantafstand uitzet in een plantvak. Hij wijst naar het trottoir en zegt dat dat een handig meet systeem is. De stoeptegels van 30×30 cm worden gebruikt als eenheid om mee te meten. Plantafstand 45 cm dan 1,5 stoeptegel ertussen. Of als er een opsluitband gebruikt wordt. Die is standaard 1 meter en werkt ook goed als referentie punt. Alleen als er geen elementenverharding of opsluitbanden in de buurt is wordt de meetlat uit de werkbus gehaald. Mooi hoe hier 2 verschillende systemen elkaar raken. Daar waar groen is, is het niet grijs. Grijs en groen begrenzen elkaar. Kunnen we dit fenomeen verder inzetten?

Bewoner plant zijn reststroom in de openbare ruimte.
Op een van de werklocaties spreken we een bewoner die er al 50 jaar woont. De plek ligt binnen een bouwblok en is van de publieke ruimte afgesloten met 2 stalen hekwerkpoorten waarvan alleen de omringende bewoners de sleutels hebben. De bewoner plant zijn inboet en restplanten in het publieke deel aan de overzijde van het aan zijn tuin grenzende pad. Een sierlaurier en een bonte verzameling hyacinten staan fier in een rommelige met onkruid overwoekerde grasveld. Een soort van overtuin.

Valt beheer onder de gemeente of niet?
Een andere buurvrouw komt erbij. Samen beklagen ze zich over een grote hoop met oude bladeren en takken die zich al sinds jaren opgestapeld tussen 2 bomen. Net naast het pad. Ze probeert al jaren de gemeente ertoe te bewegen dit op te ruimen. Volgens haar zegt de gemeente dat het niet onder haar beheer valt. Ze twijfelt of dit wel echt openbaar groen van de gemeente is. Ik adviseer haar het op te zoeken op Gisweb. Bij nakijken op Gisweb2.0 wordt bevestigd dat dit echt OR is. Het hele terrein heeft achterstallig onderhoud. Onkruid tussen de tegels. Bemoste bankjes die blijkbaar nauwelijks gebruikt worden. Uitpuilende prullenbakken.

Kan dit ook een buurtkwekerij zijn?

Kwekerij als Buurttuin (1970)
De man verteld dat er vroeger, zo’n 20 jaar geleden, een kwekerij zat op de plek die nu openbaar groen is. Een kwekerij met vaste planten. Afgeschermd met een Heras hekwerk dat parallel liep het het smalle achterpad direct achter de schuren en schuttingen van de privé tuinen. Een houten schuurtje deed dienst als werkplaats. De naam van de Kwekerij is Van der Gaag en heeft een nieuwe locatie aan de ‘s Gravenlandseweg. Kan de gemeente niet starten met een eigen vaste planten en struiken kwekerij op dit soort locaties? Daarmee kan worden gegarandeerd dat het buurttuin er altijd goed onderhouden wordt en er piekfijn uitziet

Zoeken naar de plantplek.
De kaart en het gebied.

Punt op de Kaart
We zoeken naar de plek waar 45 Chaenomelesen en geplant moeten worden. Het is een abstract en daarmee onduidelijk kaartje. Slechts een punt geeft ongeveer de plek aan. De planters moeten eigen observaties gebruiken om de precieze plek te lokaliseren. Dat valt niet mee omdat het beoogde plantvak begroeid is met een groene waas onkruiden. Het onderscheid tussen gazon en border is nauwelijks te maken. De kaart is aangeleverd door de gemeente. De uitvoerende hovenier legt zijn eigen kleurcodering eroverheen. Hier blijkt de afstand tussen kaart en feitelijke plek (place) groot. Er zit geen laag tussen de kaart uit het systeem en de plant die de grond in moet. Van abstract naar ultiem specifiek. Dit geeft enerzijds enige vrijheid en daarmee ook verantwoordelijkheid aan de planters.

Na aanplant.

Als ontwerper zie ik dat er veel meer aan de hand is dan een aantal verdwenen plekken. De plek moet opgeruimd, schoongemaakt en nieuwe energie krijgen. Het planten van de bloeiende heester voelt als een druppel op de gloeiende plaat.

Aantekeningen Veldwerk / 21 maart 2019 / Ester van de Wiel